woensdag 4 april 2018

Mijn vader is een vis: Klein verhaal over alles wat mensen kunnen voelen

Gil Vander Heyden schreef een nieuw boek. Deze veelzijdige auteur schreef meer dan 50 boeken voor kinderen en jongeren, naast dichtbundels. Voor haar bundel “Kleine stemmen” kreeg ze een Zilveren Griffel. Haar nieuwe boek heet ‘Mijn vader is een vis’. Daarin beschrijft ze het leven van Basti, die al dertien jaar een gelukkig gezin vormt met zijn moeders. Als mam op een dag verliefd wordt op iemand anders, en hun gezin uit elkaar dreigt te vallen, krijgt Basti het moeilijk. Gelukkig is er hun huurhuisje aan zee, en de stille verliefdheid op de zus van een klasgenoot. Of is dat laatste ook niet zo gemakkelijk?

Als je het boek openslaat, is het een beetje wennen aan hoe gewoon dit verhaal is, maar naarmate het verhaal vordert, merk je als lezer op dat het precies dat is wat het boek zo mooi maakt. Tel daarbij het zuivere taalgebruik en de puntgave zinnen van Vander Heyden op, en je hebt een prachtig boek in je handen.

Even simpel als geniaal

Het is even simpel als geniaal. Simpel omdat het over heel gewone dingen gaat als naar school gaan en uitwaaien aan zee. Met de zee begint alles. Basti, die eigenlijk Sebastiaan heet, heeft geen zin om naar zee te gaan, en al helemaal niet als hij ziet in wat voor soort klein krotje hij terechtkomt. Het huisje bestaat uit één kamer, met een ladder die naar een slaapzolder leidt. Er komt nog net water uit de kraan, en er is één stopcontact aanwezig in het huisje.

Het huisje was ooit van Bartholomeus, die nu in een verzorgingstehuis woont, maar daar af en toe naar buiten glipt, om terug naar zee te gaan. Maar Basti en zijn familie zijn daar nu met vakantie. Daar moet een oplossing voor komen.

Het is geniaal omdat Gil Vander Heyden haar personages van vlees en bloed maakt, en rond hen een klein verhaal schrijft. Ze geeft haar personages alle ruimte om te zijn wie ze zijn.

Basti is iemand die een beetje aan de zijlijn staat. Op school heeft hij wel een paar vrienden, maar hij vraagt zich vaak genoeg af of zij hem zouden missen als hij op een dag weg zou zijn. Zijn moeders zeggen hem weleens dat hij moet proberen om aansluiting te zoeken, maar hij is blij met het leven in hun gezin: “Mam is voor Maike de strik rond het doosje, het blauwe randje van de dag, het lekkere geurtje in de lucht.” Daardoor is Basti allesbehalve een zielig kasplantje. Het is een sterk personage dat voor zichzelf opkomt. Hij is de enige in de klas die van verhalen schrijven houdt. Dat een leerkracht zijn verhaal er uit pikt en daar stukken uit voorleest kan de klas maar matig appreciëren, maar Basti laat niet op zijn kop zitten. Aan zee sluit hij al snel vriendschap met drie bejaarde vrouwen die elk in een klein huisje naast hun huurhuisje wonen. Als Basti en zijn moeders kennis met elkaar maken, komt ook het ontstaan van Basti ter sprake. De vrouwen willen namelijk heel graag weten wat de band tussen Maike, mam en Basti is. Die weet woord voor woord wat zijn moeders zullen vertellen.

Basti’s standpunt

Vander Heyden vertelt het verhaal vanuit het standpunt van Basti, waardoor zijn klasgenoten en zelfs zijn liefje bleek afsteken, en dat is misschien wel jammer. Ik had graag wat meer interactie gezien tussen hem en zijn twee vrienden Michiel en Martin, maar dat zou misschien weer een heel ander verhaal kunnen opleveren. De lezer komt nog net te weten dat Michiel een moeilijke thuissituatie heeft, en dat Martin een doodgewoon gezin heeft waarin hij samenleeft met zijn zus Tony, mama en papa, en zijn grootouders. Dat biedt de mogelijkheid om voldoende te reflecteren op de verschillen tussen Basti en Martin, en dat maakt de bleekheid van zijn klasgenoten goed.

“Als mam er niet meer is, zal ik het ook kwaad krijgen. Verlaten en armer, alsof mijn bloed dunner werd”.

Rosita, Maria en de vrouw die niet praat wonen al een hele tijd in hun huisjes. Rosita en Maria sluiten Basti vrijwel meteen na zijn eerste aankomst aan zee in hun hart. Hij heeft het nog niet door, maar hij zal de vrouwen nog nodig hebben als het begint te rommelen in de relatie van zijn moeders.
Gil Vander Heyden schrijft dit boek in eenvoudige bewoordingen, en maakt soms gebruik van spreektaal. ‘Wat erg, jongske’, is hoe Maria Basti troost biedt als hij bij haar komt uithuilen door de problemen tussen zijn moeders. Vander Heyden oordeelt niet, en laat dingen gebeuren. Daardoor komen de personages tot leven, en kan je ze gaan missen als het boek uit is.

Mijn vader is een vis / Gil Vander Heyden.- Antwerpen : Kartonnen dozen, 2017.- 140p.- ISBN 978 94 909 5224 2 - 13+