zondag 28 oktober 2012

O Echo : Stadsgeluidenboek / Stan Van Steendam

"O Echo" is opgebouwd rond Tuur, een kleine jongen die de lezer meeneemt in de wereld van een niet nader genoemde grote stad.  Tuur loopt door deze stad, en hoort en ziet allerlei dingen die je in een stad zoal kunt tegenkomen: fanfares, mensen, verkeerslichten, snoep, maar vooral: heel veel drukte.

O Echo is geen alledaags“prentenboek” Tuur is opgebouwd uit een rode bol met wit uitgesneden ogen en zijn mond, die zijn hoofd voorstelt, een roodblauw gestreept vierkantje, en daar is zijn trui, en een zwart/rode “open driehoek” en daar is Tuur helemaal.  Af en toe kun je hem tussen de letters op de bladzijden zien.  Hij is je gids door de stad. 
O Echo bestaat uit letters, die illustraties gaan vormen, zoals het koeren van de duiven, en de K’s van koeren, die je om de oren fladderen zonder dat Van Steendam één duif schetst.  Bij één K is een vogelkopje geschetst, die op je af komt vliegen, of was het op dat oude vrouwtje, dat brood strooit voor de vogels in de stad.  Ook weer zonder één sneetje brood te schetsen, en toch slaagt Van Steendam erin om met letters in allerlei vormen en lettertypen, je te doen geloven dat het oude vrouwtje weldegelijk brood voert aan de vogels.
De vormen en lettertypen zorgen ervoor dat je je ogen  uit kijkt, maar geven je evengoed een flinke dosis stadse poëzie mee. "Dag plein! roept Tuur.  Midden op het plein staat hij stil.  de klok slaat drie.  In zijn oren telt hij mee: één, twee drie (…)  Tuur gaat over de kop.  Hij draait tweemaal rond, hop hop.  Flip flop, op zijn kop, tolt hij rond, op de grond".
Dat is ” O Echo” ook, een druk verhaal vormend, zoals het leven gaat in de stad, met een poëtische tekst die zeker ook aanwezig is zonder dat je in letters illustraties moet zien, gezet in een duidelijk lettertype.  Grotere stukken tekst, goed leesbaar, die de lezer een rustpunt geven binnen het boek, zoals wanneer de schoenenstoet passeert op de stoep.  Schoenen, gemaakt met cijfers 4, of vlekkerig bruin geschetst, onder een groene broek, waar je misschien een h in kan herkennen.  Met middenin het Tuur-figuurtje.
Misschien haalde Van Steendam  de mosterd wel bij Paul Van Ostaijen, die ook wat wist over vormgeving in veel van zijn gedichten, en waarbij ook hij experimenteerde met lettertypes, zodat zijn poëzie, geletterd en wel, op illustraties leken.  Misschien is Tuur wel Van Ostaijen’s Marc, die ’s morgens de dingen groet.*
“O Echo” is geen alledaags boek, en de ondertitel  “Stadsgeluidenboek” is ook geen hapklare brok. Er zit geen cd bij het boek en er zitten ook geen drukknoppen in het boek die je de geluiden laten horen. 
"O Echo" neemt de lezer ernstig, en laat hem zijn eigen ding doen, al zal die lezer daar misschien in eerste instantie aan moeten wennen.  Maar neem je tijd, en omarm Tuur, in zijn stad.  En als Tuur zijn stadse avonturen zijn afgelopen, gaat hij misschien wel naar het bos.  Graag.  Gauw.
*Verzamelde gedichten / Paul van Ostaijen ; uitgeverij Bert Bakker, 12e druk 1996
O Echo : Stadsgeluidenboek / Stan Van Steendam.- Antwerpen : Vrijdag, 2012.- Prentenboek.- ISBN 978 94 6001 124 5