maandag 15 juni 2009

Trouwen met Tanja / Bart Van Nuffelen en Klaas Verplancke


Het is de laatste dag in de kleuterklas en het is feest! Er wordt gedanst, zot gedaan en gelachen. Plotseling: een plakkerig handje en de vraag: “Wil je met me trouwen”? De vraag komt van Tanja, en het jongetje uit het boek weet niet wat hem overkomt. Vooral niet wanneer hij zomaar “ja” zegt. De hele zomer lang bedenkt hij hoe hij onder trouwen met Tanja uit kan komen.

Gelukkig is Stief er nog: Stief is anders: hij weet dingen waarvan de meeste andere kleuters nog nooit hebben gehoord, en hij heeft al echte borsten gezien. Maar niet die van zijn mama. Veel grotere. Stief zegt: “ik moet kakken” waar andere kleuters zeggen: “ik moet naar het toilet.” Zal het Stief zijn die het arme jongetje van zijn trouwplannen met Tanja moet af helpen?
Tanja is namelijk nogal griezelig. Of “De monding van de Nijl” “het Oeral” of “De monding van de Amazone” de kleuterdoelgroep al veel zeggen valt te betwijfelen, maar dat stukje is overslaanbaar, lijkt me.

Geestig, fris boek met felle kleuren en grote tekeningen. Op de kaft langs de binnenkant is met pen geschreven wat kinderen al erg lang doen met bloemblaadjes – maar hier met een balpen neergeschreven: “Ze houdt (of “hij” houdt, natuurlijk) van mij, niet van mij”. Dat wordt hier: “Ik trouw met Tanja ik trouw niet met Tanja”.

Op de eerste bladzijde komt Paul Van Ostaijen langs “Dag grote wereldbol, dag mama en dag papa. Dag broertje met de blokkendoos (…) Dag meneertje Marc met de stok, pok pok. Dag ventje met de bloem ploem ploem”.

We zien ook tekeningen, gemaakt met balpen, waarna ze uit ruitjespapier geknipt werden, lijkt het wel. Al die verschillende tekenstijlen nodigen uit om naar de prenten te blijven kijken. De personages in dit boek zijn fijn uitgewerkte individuutjes, waarvan Stief, ons hoofdpersonage (valt me nu pas op: hij heeft geen naam, hij wordt aangeduid met “ik”.

Maar de hamvraag blijft: zal er getrouwd worden, na de zomer?!