maandag 20 april 2009

De eend, de dood en de tulp / Wolf Erlbrüch


Op een dag, merkt de eend dat de dood naast haar staat. Ze vindt dat wat eng. “Ik ben er al, zolang je leeft, voor het geval dat”, zegt de dood. Een nare kou, een ongeluk, je weet maar nooit. Dat is wat de eend van de dood te horen krijgt.

Wat volgt, is een filosofisch, maar nooit donker gesprek tussen de Dood en de Eend. Ze dagen elkaar ook uit: zullen we naar de vijver gaan? Daar was de dood al bang voor geweest. Of in een boom klimmen? Waarna ze in een boom zitten. De Eend kijkt naar beneden en zegt: Zo zal de vijver er dus uitzien, zonder mij. Waarop de dood repliceert dat de vijver, wanneer de eend er niet meer is, er ook niet meer zal zijn, voor haar althans.

Dit boek is misschien eng, en moeilijk te plaatsen. Anderzijds is het natuurlijk wel een heel erg “af” boek. Wanneer de eend de dood (heel sympathiek: bruin jasje, pantoffels, en helderkijkende putjes… Een kereltje zonder vel, een niet eng geraamte) nog maar pas is tegengekomen, zijn de prenten en de tekst vol. Langzaam vervaagt alles, en beperkt de auteur zich tot één boom, waarin de dood en de eend naar de vijver kijken. Nog een beetje verder zakt de tekst zelfs naar beneden, wat voor een hele lege bladspiegel zorgt. Wanneer de Eend doodgaat, staat dit ook niet zo in de tekst: “Ik heb het koud, wil jij mij nu een beetje warmen?”. ’s Morgens leeft de eend niet meer. De dood wist dat dit er zat aan te komen. De bijhorende prent is wel weer erg vol, en zelfs een ietwat kleurrijk: een grote blauwe rivier. Waarop de Dood de Eend voorzichtig in het water legt, en haar een duwtje geeft. Hij moet er zelf ook wat van slikken: “zo is het leven nu eenmaal”, is de conclusie. En het boek is afgelopen. Of niet helemaal. Wanneer de prent wordt omgeslagen, zie je de dood bij een vos en een haas. Of zijn het een vos en een haas die de eend zullen komen opeten?

Ik vind dit boek heel erg af. Het is misschien een beetje beangstigend, om op zo’n manier over de dood te moeten lezen, maar het leven is in wezen ook zo. Vond het ook fijn om dit gegeven vanuit een klassieke “dood” afbeelding te zien, die in dit boek tot een personage, een alwetend iemand, verwordt, en een dier. Misschien vergroot dit de afstand, en tegelijk de geloofwaardigheid van het boek. Wanneer je dit zou doen met een kind, zou je iets ergs krijgen, denkelijk, en dat is nu niet het geval, voor mij althans. Vermoedelijk zou ik het dan niet geloofwaardig meer vinden. Wanneer je mensen gaat portretteren om de dood als thema in een boek te stoppen, kun je dit op andere manieren doen (“Voor altijd, altijd” (Ik denk dat je een mooi idee wordt), "Kleine Sofie en Lange Wapper" - Els Pelgrom en Thé Tjong-Khing, om twee voorbeelden aan te halen.
De Eend, de Dood en de Tulp / Wolf Erlbrüch ; Jacques Dohmen.- Oorspronkelijke titel: Ente, Tod, und Tulpe.- Amsterdam : Querido, 2007.- ISBN 978 90 451 0553 6