dinsdag 24 februari 2009

De kapitein en ik: Dagboek van een zeerover/ Koen Van Biesen


Victor is een klein jongetje met veel fantasie, en die wordt uitgewerkt. Victor voelt zich vaak alleen. Maar is Victor wel alleen? De personages worden door het opzet van dit verhaal enkel een beetje geschetst over wie ze zijn, en vooral hoe ze zijn. Victor heeft een mama en een papa, en een grote zus die nooit tijd hebben om te spelen. De personages worden helemaal aan het begin in een knappe tekening, voorgesteld. Kinderen moeten spelen en dromen. Wat Victor denkt, wordt in kleine lettertjes weergegeven. Volwassenen zijn saai. In zijn fantasie woont Victor op een piratenschip, en vaart hij de zeeën af, samen met zijn overgrootvader, die in de klok op zolder woont, waar zijn zeeroversschip ’s nachts uit tevoorschijn komt. Dan begint hun avontuur! Victor, zo vertelt het verhaal vanuit Victor, woont echt op een boot! De lezer weet al snel dat hij in een huis woont. In Victor’s fantasie, wonen er geen kinderen op de boot waar hij woont, en hij vaart het liefst naar plekken waar WEL kinderen aanwezig zijn, om mee te spelen. Zijn overgrootvader kent Victor niet, en dat vindt hij jammer. De fantasie van Victor wordt aan het eind van het verhaal een halt toegeroepen, en het wordt duidelijk dat Victor, die terug met beide voeten op de grond komt, en dan maar naar school gaat, in een heel gewoon rijhuis woont. Ook andere elementen in het verhaal, duiden dat Victor een dromer is. Hij heeft een oom en tante die elke week spruitjes komen eten (bah! Zeekapiteins eten scheepsbeschuit met choco!). “Victor, je spruitjes worden koud!” Is een eerste doorprikking, maar alleen aan het eind van het verhaal worden de dromen van Victor echt doorprikt, en gaat hij weer gewoon naar school. Victor Dit boek is misschien wel een jongensboek, waar ook meisjes, omwille van de fantasie van Victor, en de “voeten op de grond- elementen” iets aan zullen hebben, terwijl de jongens misschien iets meer voor de piraten te vinden zullen zijn. Alleen jammer dat er voor de rest zo weinig wordt uitgewerkt. De tekeningen zijn wel snoepjes. Ze maken dit boek mee tot een geheel dat ermee doorkan. Maar waar de ondertitel: “Dagboek van een zeerover” vandaan komt, is mij een raadsel. Het boek heeft GEEN enkel kenmerk van een dagboek (maar goed ook, eigenlijk). Wel wordt het boek verteld vanuit een ik-perspectief. Maar dat maakt het in geen geval tot een dagboek. De tekeningen zeggen me wel iets, maar vooral de allereerste prent straalt gevoel uit, samen met de prent van het feest op het piratenschip. Deze toont een boel personages met hun gezicht, terwijl je Victor’s gezicht niet ziet. Toch merk je dat hij geboeit kijkt naar wat gebeurt. Net als het kijken naar de klok om middernacht. Ook hier zie je Victor’s uiterlijk niet, en toch straalt deze prent een spanning uit. De andere tekeningen zijn geënt op wat je eerder in een stripverhaal als “karikatuur” zou kunnen beschouwen, al past dit wel in het boek, bij “volwassenen die stom zijn in de ogen van kinderen”.
De kapitein en ik: Dagboek van een zeerover / Koen Van Biesen.- Sint-Niklaas : Abimo, 2006.- 40 p.: ill. + CD.- ISBN: 90 5932 269 X