maandag 6 november 2006

Ik wou dat ik een pop was





Pros zit elke dag voor zijn huisje. Niemand in het dorp weet precies hoe oud Pros is. Maar Pros is er wel altijd. Hij denkt vaak aan vroeger, en aan Annie, die op de foto op de kast staat, en die hij zijn hele leven lief had. Dan praat hij met haar. Omdat op straat niemand Pros groet. Pros verzucht: "Ik wou dat ik een pop was, dan zagen de mensen mij tenminste, nu hangen ze maar voor hun televisie..."

Heel mooi, teder en gevoelig verhaal, over een oude man, en misschien ook wel over dingen die voorbij zijn. Met een dosis maatschappijkritiek, en dat is goed gedoseert. Je leeft mee met Pros, die het jammer vindt dat niemand hem op straat groet. Hij heeft alleen nog "achterfamilie". Een achternicht bijvoorbeeld. Je merkt dat Pros alleen is, maar toch is dit boek alles behalve zielig. Het enige wat je krijgt is een dag uit het leven van Pros en ook wel een dag uit het leven van Annie. Want zij is er voor Pros nog, al weet hij dat ze er ook NIET meer is. Mooie dingen gelezen trouwens: "Samen met zijn pijp, dooft hij de wereld, tot de volgende morgen" of "Ik ben doof geworden door de bomen. Dat is mijn straf. Ik heb ze niet horen schreeuwen toen ik in de zagerij werkte".
De prenten in dit boek lijken een eigen verhaal te vertellen, af en toe. Zo loopt er op bijna elke prent wel een kat in het huis van Albert, terwijl er van haar in de tekst geen sprake is. Ook de poppenkastpop aan Pros' hand komt niet als dusdanig voor in de tekst, alleen de titel komt even terug.
Het lettertype in dit boek is verschrikkelijk slecht leesbaar, en steekt gauw tegen. Gelukkig dat het verhaal wel heel mooi is, en dat is minstens zo belangrijk. De tekeningen komen mij af en toe over als vegen op papier, terwijl ze toch een bepaald soort intimiteit uitstralen, die ook in de tekst vervat zit. Knap!

Ik wou dat ik een pop was / Wally De Doncker; illustraties van Harmen van Straten.- Leuven: Davidsfonds, 2002.- 28p.: ill.- ISBN 90-5908-036-X