woensdag 3 februari 2016

Volg het papieren bootje naar ons verdronken dorp...

Maya, de ik-figuur die dit verhaal vertelt, woont met haar vader in Waterdorp. Het is een dorp waar straks, over een dag of vier, niemand meer zal wonen.
Veel mensen zijn al weggetrokken, omdat ze al lang weten dat het dorp plaats moet ruimen voor de uitbreiding van de haven.
Een beetje ervaren lezer zal hier ongetwijfeld het polderdorp Doel in herkennen. Er wonen nu nog vier gezinnen in het dorp: Maya met haar vader, Flor met zijn moeder, de gepensioneerde politieagent Albert, samen met zijn hond Sherlock, en de familie Kraker. Zij kraakten de school die sloot nadat er nog maar zeven leerlingen overbleven. Mevrouw Kraker is eigenlijk meneer Kraker en omgekeerd.

Flor en Maya mogen overal heen fietsen, behalve in de straat waar het huis met het doodshoofd op, staat. Daarin huist een motorbende.
Op een dag vinden Flor en Maya een zak vol oud geld. Wat zou je daar allemaal mee kunnen doen? In de zak zit een stapel geld, voornamelijk briefjes met heel veel nullen. Het blijken Italiaanse lires te zijn. Laat dat nu waardeloos geld zijn, dat weten Flor en Maya op dat moment niet. “Je kan dat omruilen bij de bank”

Maar Vandermeeren maakt er geen ongeloofwaardig speurverhaaltje van, als de schat verdwijnt waar Flor en Maya hem verstopt hebben: in een oude schuur. Ze laat de oud-politieman Albert aan de kinderen vertellen dat de lires sinds 2012 niet meer kunnen omgeruild worden voor Euro’s bij de bank.

Maya’s vader droomt van een woonboot, terwijl hij eigenlijk helemaal niet weg wil uit Waterdorp. Flor rijdt al tijden rond op een oude gammele fiets, die op een dag gewoon in tweeën breekt wanneer hij de stoep oprijdt. En als zijn tante op bezoek komt, de zus van zijn moeder, heeft hij twee dagen later plots een spiksplinternieuwe fiets… Hoe komt Flor ineens aan die nieuwe fiets? Hij woont samen met zijn moeder in Waterdorp. Zijn moeder is nog steeds triest omdat Flors vader er met zijn vroegere overbuurvrouw vandoor is. Ze heeft geen geld.

Voor Maya is het al snel duidelijk: Hij heeft de zak met geld gepikt!
Hier ontspint zich een zoektocht naar het geld, waarbij de vriendschap tussen haar en Flor op de helling komt te staan. Maya zelf vindt dat niet zo erg: Flor is meer een reservevriend. Haar beste vriend is al een tijd verhuisd: hij zou haar erg missen, maar na twee weken weg uit Waterdorp, heeft ze van hem niets meer gehoord.

Hilde Vandermeeren schreef met “Wolken boven Waterdorp” haar voorlopig laatste boek voor kinderen. Ze schrijft nu thrillers voor volwassenen, haar derde is al een tijdje verschenen. “Wolken boven Waterdorp” moet het niet hebben van ongeloofwaardige acties en heldhaftige kinderen die alles durven. Ze zijn ook geen doetjes, en staan met beide voeten op de grond. Vandermeeren schreef een doorleefd verhaal op kindermaat (8+) over een dorp dat over – in dit boek – vier dagen helemaal leeg moet zijn. Dat wil zeggen dat iedereen die er nu nog is, tegen dan echt moet vertrokken zijn, om het onder water te zetten. Geen acties als “ons dorp moet blijven” of vastgeketende kleine helden om het dorp te redden. Een zak met geld terugvinden, en ontdekken dat Flor toch niet zo’n reservevriend is, zijn al groot genoeg om een verhaal rond te spinnen. Behalve het verhaal van de verdwenen zak met geld, en psychologische ontwikkeling van de twee hoofdfiguren, gaat “Wolken boven Waterdorp” vooral over hoe een dorp waar niemand meer woont, of bijna niemand, en hoe de achterblijvers – die ook weten dat er niets meer aan te doen is, maar hun voorgoed weg moeten willen uitstellen – hiermee omgaan. Maya’s mama en papa wonen om deze reden zelfs apart. Ze noemen elkaar wel nog steeds schat.

Maar mama wilde niet meer in Waterdorp blijven, en is bij haar moeder ingetrokken, en ze maant Maya’s vader aan om toch zeker de dozen in de gang te vullen. Maar Maya’s vader wil helemaal niet in een appartement wonen. Hij is schilder (hij schildert op verschillende manieren “De wolken boven Waterdorp”.) en dat kan niet meer als hij in een appartement zal wonen in de stad. In Maya heeft hij ook een blijvertje ontdekt: zij wil ook niets liever dan in Waterdorp blijven.

Flor heeft ook zijn eigen zorgen: Hij denkt dat zijn moeder hem niet meer ziet staan, sinds zijn vader vertrokken is. Daarom verdwijnt hij regelmatig, om te checken of zijn moeder hem mist. Ook zij is zeer geloofwaardig, en komt niet aanzetten met zielige praatjes over hoe eenzaam ze wel is sinds haar man weg is, dat mag de lezer voor zichzelf uitmaken, hoe zij zich voelt. En of zij haar zoon echt niet ziet? Ik zou er maar zo zeker niet van zijn.

Al deze gegevens maken van “Wolken boven Waterdorp” een erg goed boek, met de typische Harmen van Straaten illustraties: beetje kriebelig, ze lijken snel op papier gezet, maar met oog voor detail. Al lijkt het soms of de illustraties zomaar lukraak in het boek gegooid werden. Eén illustratie in het bijzonder: Sherlock is al een tijdje niet thuisgekomen (dat gaat zo met honden die kunnen lopen waar ze willen omdat er toch bijna geen auto’s meer in je dorp rondrijden). Het is een afgedankte speurhond, die nu bij de oude politieagent Albert woont. Een illustratie waarbij Flor en Maya Albert om hulp komen vragen – of eigenlijk niet, niemand mag het weten, van de verdwenen schat – is Sherlock gewoon op de illustratie te zien, terwijl Albert net gezegd heeft dat Sherlock er niet is.

Of Maya, Flor en de overige achterblijvers uiteindelijk een nieuwe stek vinden? Volg het papieren bootje naar het verdronken dorp… Mooi, klein verhaal over een dorp dat eigenlijk geen dorp meer is…

Wolken boven Waterdorp / Hilde Vandermeeren ; Harmen van Straaten (ill.).- Leuven : Davidsfonds Infodok, 2015.- 102p: ill.- ISBN 987 90 5908 665 4- 9+