zondag 6 september 2015

Kroonsz: Een griezelige dans der marionetten in de eeuwigheid

Amsterdam, 1670. De stad is geteisterd door pest, waardoor het gezin van dokter Zacharias Kroonsz hun twee dochters en zussen verloren heeft.

Wanneer ook Geertje, Kroonsz’ vrouw en de moeder van Wessel, sterft, is de maat vol voor de dokter. Dokter Zacharias Kroonsz denkt gevonden te hebben hoe hij de dood kan verslaan. Hij kan ook feilloos voorspellen wanneer iemand zal sterven. Samen met zijn zoon Wessel bouwt hij verder aan zijn ontdekking. Dat ze zich daarmee op zeer glad ijs begeven, ontdekken ze te laat… Wanneer hij voor zichzelf ontdekt dat hij nog maar tien dagen te leven heeft, slaat Zacharias Kroonsz in blinde paniek.

Marco Kunst schreef met “Kroonsz” een zeer leesbaar, geloofwaardig boek over hoe het zou kunnen zijn als mensen hun eigen levenslot in handen zouden kunnen nemen. Dit doet hij aan de hand van wat Spinoza, Coenraad van Bueningen en Jan Swammerdam ontdekten, en wat de Kerk die destijds nog zeer sterk aanwezig was, en veel geloof hechtte aan wat er letterlijk in de Bijbel stond, predikte. Daartussen zet Kunst zijn Zacharias Kroonsz met zijn onderzoek naar de ziel van de mens, en wat levenslijnen voor mensen zouden kunnen betekenen.

In het eerste deel van “Kroonsz” springt het verhaal soms naar 2013, en naar Pink. Pink loopt school, en is een meisje zoals er zoveel zijn: ze is populair, gaat graag uit. Haar klasgenoot Bor is het tegenovergestelde. Hij is een eenzaat die het allemaal wel alleen zal klaren. Of hij dit erg vindt? Doorheen het boek laat Kunst het aan de lezer over om hierover te oordelen.

Het tweede en derde deel van het boek speelt volledig in 2013.

“Kroonsz” is af.  De sprongen naar 2013, met ook Wessel die op de speelplaats van Pinks school meteen door haar gegrepen wordt, en waar de lezer in eerste instantie niet goed weet wat hij daar doet, zijn zeker nodig voor het verhaal. Niets is toevallig, maar niets doet ooit kunstig aan.

Of misschien ga ik hier wat kort door de bocht:  Als Kroonsz in de 17e eeuw zichzelf van het leven wil beroven door een priem in zijn hart te steken, en daarna gewoon kan doorgaan vond ik dat ongeloofwaardig. Ok. De priem, die speelt een kleine (maar niet onaanzienlijke rol) in het verhaal, en toch: die vond ik vrij ongeloofwaardig en niet zo nodig.

Het spelen met mensen in het huis dat al jaren overeind staat, het onderzoek dat al eeuwen doorgaat, en waardoor ook Wessel in 2013 belandt in een wereld waar hij eigenlijk niets te zoeken heeft en waarin Kunst zeer subtiel kan aangeven dat de wereld in 300 jaar een ongelofelijke verandering heeft doorgemaakt, en waarin Wessel zowat elk plekje kent, en toch ook niet, het maakt van “Kroonsz” een waar feest om te lezen.
Want in dat huis heeft Kroonsz een torn, een zwart gat, naar “de andere kant”, wat symbool kan staan voor de dood, de hemel en de hel gecreëerd. Wessel wil er alles aan doen om Pink daar niet in te doen belanden, al wil hij niets liever dan bij haar zijn. In de torn is ook Lykke, het Deense vriendinnetje van Wessel uit de 17e eeuw verdwenen, door toedoen van zijn vader met zijn krankzinnige onderzoek. Onderzoek dat hij zelfs op dieren kan uitvoeren, door aan hun levenslijnen te gaan trekken, en ze zo te laten doen wat hij wil. Op die manier kan hij zowel mensen als dieren totaal overleveren aan zijn wil.

Marco Kunst oordeelt niet, en laat de personages hun vaak zeer griezelige gang gaan. Griezelig voor slachtoffers, die totaal overgeleverd zijn. Of ze dit (niet) willen is nog maar de vraag.
“Kroonsz” is op weg om het zoveelste Lemniscaatboek te worden dat over 30 jaar nog steeds gelezen en gekoesterd zal worden.

Kroonsz / Marco Kunst.- Rotterdam : Lemniscaat, 2014.- 342p.- ISBN: 978 90 477 0280 1.- 16+