Het citaat uit het boek van Marcel Vaarmeijer, ook iemand die ik helemaal niet ken, het doet me uitkijken naar zijn boek. Zo mooi!
Het is 31 december. Het jaar is bijna voorbij. Het was een niksig jaar, ik vind het niet erg dat het afgelopen is. Het is tijd voor een geweldig jaar. Een jaar waarin alles goed gaat en alles gaat zoals ik wil. Het jaar van Victor / Aby Hartog
Is hij nou nog niet dood?’ Dirk sperde zijn ogen wijd open. De man aan de galg bleef maar schoppen. Leefde hij nog? ‘Als een pier,’ zei een rijk geklede dame. Ze had een klein meisje aan de hand. ‘Dat zijn maar stuiptrekkingen' De jongen die in de muur verdween / Lydia Rood
Mijn moeder was bij de golfclub tegen een man van Greenpeace aangelopen. Willem. Een man met een snor. Ik haat snorren. Mijn vader had nog aan de beheerder van de golfclub gevraagd wat een man van Greenpeace eigenlijk op onze club deed. Hij bleek daar een heel hoge functie te hebben. Mijn moeder werd verliefd. Niet veel later stopte ik met het overmaken van mijn zakgeld naar Greenpeace. Mijn vader had gezegd dat het geld bij Greenpeace niet altijd terechtkwam waar het zou moeten. Lente / Derk Visser
Het eerste wat je ontdekt als je hond leert praten, is dat honden niet veel te melden hebben. Nergens over. 'Moet poepen, Todd' 'Hou je bek, Manchee' Het mes dat niet wijkt / Patrick Ness
Met z’n vieren luisteren we naar de muziek. Het duurt even,
maar dan krijgen de anderen ook door dat er iets niet klopt. Het is inderdaad
Maikels muziek die we horen, maar het klinkt anders dan normaal. Het lijkt net
of er iemand meezingt. Je kunt het moeilijk horen, want de stem is bijna
dezelfde als die in het liedje. Toch zingt er iemand mee, en dat kan er maar
één zijn. Su-su-superster / Marcel Vaarmeijer (*ontdekking!*)
Zelf ben ik wel gewend aan hoe ik eruitzie. Ik weet hoe ik
moet doen alsof ik niet zie wat voor gezicht mensen trekken. Daar zijn we
allemaal best goed in geworden: ik, mijn vader en moeder, Via. O nee, dat neem
ik terug: Via is er helemaal niet zo goed in. Ze kan heel pissig worden als
mensen bot doen. Wonder / R.J. Palacio
Maar meneer, wij huren dit huis al bijna tien jaar,’ zegt
Didi. ‘U kunt ons er niet zomaar uit zetten.’ 'Ja, dat weet ik wel, hoor.'
'Neef Jimmy glimlacht. 'Maar er is toch ook een zolder?' Daantje vliegt op.
'Nee, de zolder is van ons!' roept ze. 'Daar mag die meneer niet wonen. Toch mama?' De zolderkinderen / Janneke Schotveld ; Annet Schaap (ill)
