woensdag 6 november 2013

Wie wil deze wedstrijd winnen?!

"Over Avi’s en leesplezier en waarschijnlijk een paar pijnlijke tenen."

AVI. Ik ken de juiste afkorting niet eens, en ik herinner me niet meer of er bij ons op de lagere school op werd gehamerd dat je na een bepaalde tijd een niveau moest kunnen halen. Maar misschien ook wel. Misschien ook: ik was echt wel een leeskind, en ik geloof dat leerkrachten inclusief, daar wel blij om waren. Maar bij ons in de klassen had je wel een duidelijk beeld: de ene helft kon goed lezen, terwijl de andere helft goed kon rekenen. De twee gingen bij ons nooit samen. Onze juffen en meesters lazen ons vroeger ook voor, maar we hebben nooit te horen gekregen of juf of meester een aviboek dan wel een gewoon boek voorlas. (Wat is dat? Een gewoon vs een avi-boek? De gruwel!).

Wij kregen “De griezels” en “Duupje” voorgelezen, inclusief stemgeluidjes van hoe personages zouden kunnen klinken. Daar nu aan terugdenken en ik zit – huppekee – terug in de schoolbanken.
Ik geloof ook echt niet dat in “de GVR” om maar een voorbeeld te noemen een avi-niveau staat vermeld. Dat is volgens mij enkel het geval voor boeken die er expliciet op gericht zijn om op avi-niveau gelezen te worden, maar ik sta er niet achter, helemaal niet. Want ook bij de AVI-boeken zitten weldegelijk leuke dingen en parels van verhalen. (wist u dat “De Griezelbussen” allemaal een avi-aanduiding hebben?). Maar daar laat ik me toch fijn niet door leiden om de boeken leuk te vinden. Of de boeken over Vos en Haas, ook die hebben een avi-aanduiding. Maar leg die ook maar feestelijk naast je neer, ik heb een praktijkvoorbeeld uit “Vos en Haas op het eiland“. Voor onze cursus Kinderboekwerker hebben we met drie mensen voor kinderen van een jaar of acht, die leesmoeilijkheden ondervinden, iets in elkaar gezet rond dat boek. Na een toneelstuk rond een van de hoofdstukken, hebben we in een kring iedereen een stuk uit het boek laten hardop lezen. Sommigen konden dat echt al goed, terwijl het voor anderen nog moeilijk was – “moeilijk gaat ook”, hoor ik vaak, maar dat klopt ook echt. Ik hoop ook van harte dat we die kinderen wat boekplezier hebben kunnen bijbrengen.

Het stoort me mateloos wanneer ik in de bibliotheek of een boekhandel rondloop, en volwassenen tegen kinderen hoor verkondigen: “ik heb een avi1 voor je mee, dat is dan toch ook nog leuker dan een hoger, want dat kun je nog niet lezen.” (Echt gehoord). Wat is er mis met voorlezen verdorie? Je gooit kinderen die moeten leren zwemmen toch ook niet meteen het grote bad in? Nee toch? Ook heb je met AVI- niveaus ook echt wedstrijden onder kinderen: “ik kan dat niveau al lezen! Welk heb jij?” Maar daar GAAT het leesplezier toch niet over? Ik krijg stellig de indruk dat dit een kwalijke norm wordt! Wanneer een auteur die beperkingen opgelegd krijgt, (cf “Vriend” van Moniek Vermeulen, een boekje met een laag avi-niveau, ik ga er geen cijfer opkleven omdat ik het niet meer weet), dat is technisch misschien wel in orde voor dat niveau, maar het heeft omdat het zo beperkt moet, Zó’n erbarmelijk verhaalniveau! En dat is toch niets om uit het oog te verliezen, wil men een kind ook “leesplezier” bijbrengen? Door de beperkingen die werden opgelegd krijg je ook het gevoel “gezochte” dingen te lezen om het niveau laag te houden.

Maar! Ook met Avi-boekjes kun je mooie dingen doen! Dat zouden we misschien in alle negatieve dingen die vooraf gingen nog vergeten.
Wat Wim Vromant met “Olle” doet, (AVI4) is ronduit schitterend. Het boekje is uitgegeven met het oog op leren lezen, op de achterkant staat zelfs wanneer je het boek zou moeten kunnen lezen, en toch: “Olle” is een boekje dat mij zelfs is bijgebleven. Het gaat over Olle, een kikker die na lang piekeren toch maar eens op reis gaat, en kunst leert kennen. Of “Hier! Hier ben ik!” ook van Wim Vromant. Een meisje mist haar vader. Soms schrijft ze hem een brief, in haar “boek voor pap”. (avi2). Ook hier merk je dat je ondanks de beperkingen die het avischrijven met zich brengt, pareltjes kunt afleveren. Of de boeken van Riet Wille – ook “Het beeld” uitgegeven bij Zwijsen, de avi-uitgeverij bij uitstek, geloof ik. Een dikker boek, met twee aan elkaar gekoppelde verhalen in, over een jongen die met zijn vader meedoet aan een beeldhouwwedstrijd in het dorp.

Titels:

Hier! Hier ben ik! / Wim Vromant en Liesbet Slegers (avi2)
Olle / Wim Vromant en Linda Schacht (avi4)
Het beeld / Riet Wille en Ingrid Godon
Vriend! / Moniek Vermeulen
De Griezelbus / Paul van Loon
Vos en Haas / Sylvia Vanden Heede en Thé Tjong-Khing

Dit stuk verscheen eerder op Vertel Eens