zondag 28 april 2013

De regels van drie: kies zelf maar

"De regels van drie had ik uit mijn hoofd geleerd. Je neemt meestal binnen drie seconden een beslissing, en daar hangt je leven van af. En als het misgaat: je hersenen kunnen drie minuten zonder zuurstof. Iets langer kan ook, maar dan raakt er iets beschadigd en ben je voortaan bij de eerste regel van drie al verloren. In een extreem klimaat blijf je drie uur in leven zonder speciale bescherming. Zonder drinkwater houd je het drie dagen uit en zonder voedsel drie weken.”
Twan, het ik-personage,  reist samen met zijn oma, zijn moeder en zijn tweelingzus Linde naar IJsland, om hun overgrootvader, Opi Kas, terug naar Nederland te halen. Hij weet niet alles meer zo goed, en oma en mama vinden dat hij beter mee terug gaat naar Nederland.
Maar dat is zonder Opi Kas gerekend. Opi is oud, “bijna op” zoals hij zelf zegt. Maar dat wil niet zeggen dat Opi Kas niet nog steeds heel erg eigenwijs is, en vooral graag zijn eigen zin zou willen blijven doen.
Twan en Linde vinden de trip naar IJsland maar niets: ze kennen Opi Kas niet eens.  Ze hebben hem hooguit één keer gezien.  Dat beiden de hele onderneming maar niets vinden, blijkt al van bij het begin van het boek: het sneeuwt hevig, en het busje schommelt.  Twan denkt de hele tijd dat ze zullen kapseizen.  Gelukkig heeft hij in de bagageruimte wel een groot survivalhandboek bij zich: maar dat eigenlijk te groot om in een auto zomaar wat in te lezen.   De regels van drie beloven ook niet veel goeds.
“’Was je bang?’ vroeg Linde. ‘Ik dacht dat we gingen kapseizen’ ‘Kapseizen?’ Linde boog zich naar voren, haar mond was vlakbij mijn oor. ‘Auto’s kapseizen niet. Auto’s kiepen om’”
Anders dan wat de dialoog tussen Linde en Twan over kapseizende auto’s doet vermoeden, hebben broer en zus een uitstekende band, en vullen ze zelfs elkaars zinnen aan.  Maar in IJsland gaat alles plots wel anders.  Marjolijn Hof belicht alle facetten van het leven: ook de eerste keer dat een meisje ongesteld is.  En wat dat voor het meisje in kwestie meebrengt.  Twan voelt zich de eerste dagen dan ook helemaal alleen: bovendien wil Linde niet met hem in één kamer slapen, en moet hij op de bank bij Opi Kas op de kamer slapen, zodat oma, mama en Linde een meidenkamer hebben.

Langzaamaan groeit er tussen Opi Kas en Twan een band. Een badkamer heeft Opi’s huis niet, en dus gaat hij geregeld in het zwembad douchen.  De takkentrutten, zoals opi Kas oma, mama en Linde noemt, gaan douchen bij Svea, een buurvrouw.  Opi gaat niet bij haar douchen: ze bemoeit zich met alles, en komt zomaar de badkamer binnen om te vragen of hij zich overal wel goed wast.  En of hij het zelf nog kan.

Op dat eerste tochtje naar het zwembad, komt ook de goede band boven die Twan met zijn zus heeft, en dat hij haar eigenlijk wel mist.  Normaalgezien zouden hij en Linde zonder het te moeten vragen, elkaar aanvullen over de aanwezigheid van zombiebergen.  Nu kan dat niet, omdat Linde mee is met oma en mama.

Opi Kas vertelt Twan in het zwembad dat hij al te goed weet wat oma en mama met hem van plan zijn: hij weet dat hij niet lang meer te leven heeft, en dat ze hem mee terug naar Nederland willen nemen.   Maar dat wil Opi Kas absoluut niet.  Hij zou alleen maar ongelukkig worden.  Zou Twan hem willen helpen om zijn eigen plan uit te voeren?  En het geheim houden voor oma en mama, en voor Linde?  Maar Twan kan niet beloven dat hij Linde niets zal zeggen. 

Bij een uitstapje naar een museum waar een haringvissersboot staat, licht Opi Kas dan ook Linde in over wat hij met Twan besprak.  Dat museum is ook in de loop van het verhaal belangrijk: Opi Kas is namelijk haringvisser geweest.

Marjolijn Hof schetst haar personages erg geloofwaardig, maar maakt vooral van kinderen geen onwetenden of naïevelingen.  Ze beseffen heel goed wat Opi Kas hen vraagt, en ze hebben het hier erg moeilijk mee, ook al willen ze beiden ook niet dat Opi in een ziekenhuis zal sterven.    Want wat Opi hen vraagt is niet niets.  Maar dat laat ik u van harte zelf lezen in “De regels van drie”.

Oma en mama zijn mensen van vlees en bloed, en evenmin supermensen.  Ze zijn even eigenwijs dan Opi Kas, op hun manier, en gaan ook zelf beslissen wat goed is voor Opi Kas.  De lezer kan voor zichzelf uitmaken in welk standpunt hij mee wil of kan gaan, en op deze manier kan “De regels van drie” zowel twaalf-dertien-plussers aanspreken als volwassenen.

Marjolijn Hof schreef met “De regels van drie” een erg sterk verhaal over familiebanden, ouder worden en het besef dat het leven eindig is.  En over het leven in eigen handen willen blijven houden. 

Ze schreef “De regels van drie” in een huis aan de IJslandse kust.  De sneeuw en andere weersomstandigheden zijn  in “De regels van drie”  dus niet toevallig.  Ook Marjolijn Hof moest elke ochtend sneeuw ruimen.
De regels van drie / Marjolijn Hof.- Amsterdam : Querido, 2013.- 120p.- ISBN 978 90 1476 7 - 13+