zaterdag 2 februari 2013

gitzwarte kinderzielen

Gideon Samson debuteerde met “Niks zeggen!”, over een stotterend jongetje.  Daarna volgde “Ziek” waarin we Belle volgen, die met een soort van buikpijn in het ziekenhuis ligt.  Daarna kwam Gied, een jongetje dat liever niet aan schoolzwemmen doet in “Met je hoofd boven water”.  Vooral bij “Niks zeggen!” voelde je aan dat Samson nog een hele weg had af te leggen om te staan waar hij nu staat met “Zwarte zwaan.”  Of misschien zijn Samson’s boeken gewoon niet onder één noemer te vatten.  Dat klinkt me al beter in de oren.

Wie “kinderen” zegt, denkt misschien wel (al te vaak) aan engelachtige lieflijkheid, en roept vooral dat je kinderen kind moet laten zijn.  In dit geval: laat “Zwarte zwaan” voor wat het is.  Of misschien heb ik u nu al nieuwsgierig gemaakt.  Nieuwsgierig, naar Rifka, de populairste leerling van de school, die zichzelf “the king” noemt. 

Uit alle truttenkoppen (de meisjes) en piemelpikkies (de jongens) uit de klas kiest ze Duveke uit: ze worden beste vriendinnen: in het schuurtje staat het zelfs in de muur gekrast: “RDF: Rifka + Duuf Forever.”  Samen doen ze alles wat verboden is: roken, stelen, en een plan bedenken dat wel lachen lijkt – alles is lachen, volgens Rifka: “weet je wat me lachen lijkt?”. 

Dat plan bestaat erin dat Rifka haar eigen begrafenis wil bijwonen.  Daarvoor bedenkt ze samen met Duveke een plan.  Duveke smokkelt  een tentje van de zolder thuis, koopt een slaapzak, en snoep, en bij de paarse plas, aan de waterkant dichtbij Rifka’s woonplaats, ontstaat haar verstopplek.  Er zijn brieven gemaakt door Duveke en Rifka, met kleefletters, uit de krant, zonder vingerafdrukken na te laten, want gemaakt terwijl de meisjes handschoenen droegen.  Die brieven moeten ervoor zorgen dat Rifka’s ouders weten dat hun dochter ontvoerd is.  Maar Duveke twijfelt.  De brieven moeten in de juiste volgorde gepost worden, anders gaat Duveke dood, is wat Rifka haar inpeperde.

Samson schreef met “Zwarte zwaan” niet zomaar een boek.  Het boek laat zien dat kinderen NIET altijd lief zijn.  Rifka is namelijk ronduit gemeen.  Ze heeft alle mensen in de klas in haar zak, en Duveke is haar marionet.  Het boek valt uiteen in drie delen: in het eerste deel dat “voor” heet, lezen we wat er zich VOOR Rifka’s ontvoering speelt, en hoe het plan tot stand komt.  Dit deel wordt verteld vanuit het Ik-perspectief van Duveke.  In “na” kijken we vanuit het gezichtspunt van Olivier, Duvekes broer, in de derde persoon.  Op deze manier gaat de puzzel een perfect geheel vormen ; een adembenemend geheel.  “Tijdens” vertelt dan weer vanuit de tweede persoon:  Rifka vanuit vertelt vanuit het jij-perspectief hoe ze naar haar waterdichte plan beleeft.  “Zwarte zwaan” is een razendknap boek, ook al omdat er niet naar kinderen gekeken wordt als zijn het onschuldige wezens. 
Duveke heeft een warme thuis, en wanneer zij bij al het gebeurde tussen haar en Rifka, stopt met praten, proberen haar ouders alles om er voor haar te zijn, en vooral om haar opnieuw aan het praten te krijgen.  Maar het is haar broer die voor een kentering zorgt…

Waar de lezer in eerste instantie nog kan denken dat hij te maken heeft met twee baldadige vriendinnen, keert dit beeld doorheen het boek, en krijg je misschien wel medelijden met Duveke.

De wisselende vertelperspectieven zorgen ervoor dat je je hoofd maar beter bij “Zwarte zwaan” kunt houden.  “Zwarte zwaan”, dat er voor zorgt, dat na Simon van de Geest, ook Gideon Samson geen toeval meer is.
Zwarte zwaan / Gideon Samson.- Amsterdam : Leopold, 2012.- 212p.- ISBN 978 90 258 - 13+