zondag 4 juli 2010

26 juni 2010: Met een roze pen geschreven: over holebivriendelijke jeugdliteratuur

Een tijd terug kreeg ik een uitnodiging waar ik spontaan van ging blinken. Op 26 juni 2010 zou “Met een roze pen geschreven” plaats hebben in het Roze Huis in Antwerpen. En laat het onderwerp dit jaar nu “Holebivriendelijke jeugdliteratuur” zijn, en deze mens is vertrokken.


De praktische kant was wel érg praktisch, het ochtendlijke uur – 10.30u zorgt ervoor dat er nog fijn een lange dag overblijft. Een lange dag vol zon en fijne (boeken)mensen.

“Met een roze pen geschreven 2010” gaat door op de zolder van Het Roze Huis, en wie “zolder,” zegt, en weet dat het een erg zonnige dag was, die kan ook wel bedenken dat het lekker warm is daar. Maar dat ongemak kan worden weggewerkt met een fijn programma.

Vlaams minister Pascal Smet mocht het evenement openen, en hij vertelde dat wanneer hij vroeger boeken zocht met als thema “holebivriendelijke jeugdliteratuur”, hij wel erg vaak van een kale kermis thuis moest komen. Die boeken waren gewoon niet voorhanden, zo zei hij.

Hij had het ook over het project uit 1997, opgezet door de toenmalige onderwijsminister, met het boekje “Frida en Frieda” in de reeks “Groot gelijk”. Ook in deze reeks kunnen we “De brief die Rosie vond” van Bart Moeyaert terugvinden, over een meisje dat een brief vindt: “aan mijn hart”. Haar nieuwsgierigheid is meteen gewekt: wie schrijft er nu een brief “aan zijn hart?” (Maar minister Smet vergat dit boekje te vermelden, wat ik nogal vreemd vind)
Lies Offeciers heeft een onderzoek gevoerd naar holebiseksualiteit in kinder- en jeugdboeken, van vroeger, anno 1970, ongeveer, tot nu. Haar stuk was erg goed, maar soms nogal kort door de bocht, lijkt me, vooral toen ze het had over “een negatieve kijk op homoseksualiteit en taboes”. Hier kom ik op terug.

Wat haar opviel, zei ze, is dat er meer boeken voor jongens verschenen/verschijnen, maar dat ze vaker doodgaan: vaak aan aids, of door zelfdoding. Vaak zijn deze boeken ook negatief tov homoseksualiteit of tegenover de persoon die homo is. Het eerste boek voor jongens verscheen in 1975 en was “Maak me niet kapot”. In 1989 kwam het eerste boek voor meisjes er. Maar die titel werd helaas niet vermeld.

In de jaren 2000 kwam er meer variatie in de boeken voor holebi’s voor, en werden thema’s ook diverser. Nu komen ook andere culturen meer aan bod. Offeciers vergat hier echter zeker niet te vermelden dat er in andere culturen nog erg vaak heel negatief tov homoseksualiteit wordt gedaan. Maar de boeken met andere culturen zijn er dus zeker, waarvan “Blijf van me af!” een voorbeeld is, net als “Hou je van blauwe ogen”.

Offeciers had een heel lijstje mee, met citaten die vaak de wenkbrauwen deed fronsen, we leven tenslotte in 2010, en vaak gelukkig maar. In vroeger tijden werd dus vaak ronduit negatief gedaan over homoseksualiteit, en werd het ook vaak beschouwd als een ziekte, zoals aangetoond met “Wel kleur bekennen”. “Papa zegt dat je misschien eens naar een psychiater moet”, is wat Neil te horen krijgt van zijn moeder. “Je weet nooit, misschien helpt het”. (1993)

“Kristalnacht” wordt door Offeciers ook als “negatief” ervaren. Misschien is dit ook wel zo: een oom van een meisje heeft AIDS en het meisje neemt haar oom mee als “studieobject”. Nu, in “Kristalnacht” is het inderdaad wel zo dat er veel negativisme zit, en soms is dit misschien een ietsje naïef. De oom is heel bang voor bloedende wondjes, en laat niet na om dat aan zijn nichtje duidelijk te maken. (Het IS ook gewoon zo dat je moet opletten met besmet bloed, je hoeft daarover niet moeilijk te willen doen).

Ook “Boomhuttentijd” is volgens Offeciers eerder een negatief boek: het homopersonage Thomas komt niet zelf aan het woord, (hij heeft zelfdoding begaan), maar dit boek gaat ook gewoon voor een groot deel over hoe zijn familie hiermee omgaat, en vooral wanneer ze weten dat hun broertje en zoon homo was. Het enige wat ik negatief aan het boek vond, is dat het gegeven “zelfdoding” nogal snel leek over te gaan bij de nabestaanden: “Hadden we jou maar beter gekend”.

Ook “Kastanjes” werd als negatief beoordeeld, omdat “Sam anders was”, ze droeg bergschoenen, waarvan Sam zei dat het botinnes waren”. En dat op een strenge nonnenschool. Maar iets als negatief beoordelen omdat er van bij het begin staat dat iemand “anders is” is kort door de bocht. Je moet als auteur immers je setting doen, en de lezer laten kennismaken met de door jou geschapen personages. Want Offeciers vergat er wel bij te zeggen dat Sam en Toelie weldegelijk een relatie zullen krijgen. (Vervaele) vergeet echter nooit dat haar boek zich situeert in 1970, in een tijd dat men over homoseksualiteit nog helemaal anders dacht dan nu. En je kunt dat als “vandaag”levende mens ergerlijk vinden, maar het was niet anders. “Kastanjes” is een prachtig, rustig openbloeiend boek over de liefde tussen twee meisjes, in een streng katholiek internaat.

Wat “Binnenpaden” betreft heeft ze echter wel voor de volle 100 procent gelijk wanneer ze stelt dat dit een negatief boek is. Dit boek biedt geen enkel lichtpuntje, spelend op een Amerikaanse school, waarbij een klasgenoot merkt dat twee meisjes een relatie hebben. Alles wat lelijk is, wordt in dit boek benoemd: de meisjes moeten zich bekeren, en stoppen met hun relatie, waarbij ze zich aan het eind van het boek beiden van het leven proberen te beroven, waarbij dit een meisje lukt.

Ook “Lieve Timo” zit in de “vroeger” categorie. Timo gaat dood aan Aids, en Sofie schrijft hem een brief. Zij en Adriaan, Timo’s vriend, punker met blauw haar, moeten met zijn dood proberen om te gaan.

Offeciers had treffende citaten bij die goed typeerden wat ze wilde aantonen, en dat maakte haar stuk erg interessant. De stukken over de boeken, waarover ze gaan, komen van mij. Ze vergat bij elk boek trouwens ook de auteur te vermelden. Aan het eind van dit stuk probeer ik dit zelf te reconstrueren.

Na de uiteenzetting van Offeciers lazen Floortje Zwigtman en Dirk Bracke voor uit respectievelijk hun “Spiegeljongen” en “Zij en haar”. Waar Zwigtman erin slaagt om onvergetelijke personages neer te zetten en gedegen onderzoek te gaan verrichten in onderandere Londen om haar setting te bepalen, doet Bracke wat mij betreft nogal vaak gewoon wat lezers van hem vragen. “Ik vond een briefje op mijn tas: “wanneer schrijf je eens een boek over ons? (lesbische meisjes).” Bracke doet ook geen enkele moeite om voor de lezer enige fantasie over te laten, en legt alles uit. Jammer voor Bracke, maar “Zij en Haar” kan me niet echt bekoren.

Genoemde titels:

Frieda en Frieda, waarover ik verder niets meer kon terugvinden

(In de reeks “Groot gelijk, waarin ook “De Brief die Rosie vond / Bart Moeyaert en André Sollie ondergebracht werd, nu gebundeld in “Durf voor drie”.)

Maak me niet kapot / [Lynn Hall]

Blijf van me af! / [Mohamed Sahli]

Boomhuttentijd / [Do Van Ranst]

Kastanjes / [Katrien Vervaele]

Binnenpaden / [Jack Gantos]

Lieve Timo / [Elin Brodin]

Kristalnacht / [Diane Broeckhoven]

Hou je van blauwe ogen / [Robin David]

Spiegeljongen / Floortje Zwigtman

Zij en haar / Dirk Bracke