zondag 17 januari 2010

Deze boekenmens heeft alweer redenen te over om kwaad te zijn...

Woensdag, 13 januari 2010.

Voor de krant “De Morgen” betekent dit “Uitgelezen” bij de krant. Groot, fel uitgevuld staat er “Het voorjaar 2010” op een groene achtergrond en iets wat je plantjesachtig zou kunnen noemen. Namen als Christophe Vekeman, Peter Verhelst, Thomas Claus, Erwin Mortier, Philippe Claudel, Albert Camus, Thomas Phynchon, Ian McEwan, E.L Docotorow, Henning Mankell, James Ellroy, Homerus, Cacitus, Carl De Keyzer, Chris De Stoop, David Van Reybrouck, Carlos Fuentes, Isabel Allende en Elsa Osorio moeten mijn nieuwsgierigheid prikkelen. Daaronder: “De leesvoorraad van 2009 is amper gedegusteerd of de uitgeverijen overstelpen ons alweer met glanzende folders waarin ze hun nieuwe letterenwaren uitstallen. Wat ligt er zoal in de etalage van de Nederlandse literatuur in het voorjaar 2010?
(Bron: de voorpagina van “Uitgelezen”, de boekenbijlage van De Morgen, 13 januari 2010)

Na dat laatste vraagteken zie ik Christophe Vekeman met “49 manieren om de dag door te komen”, Thomas Blondeau heeft “Donderhart” geschreven, Yves Petry schreef “De maagd Marino” en Oscar Van den Boogaard “Meer dan een minnaar”.

Begrijp me niet verkeerd, ik heb daar niks tegen. Noch tegen de Spaanse en Franse literatuur waarop men een blik werpt. En dat Henning Mankell met “De gekwelde man” een verse thriller afleverde: ik juich het toe.

Waar zijn echter de Kinder- en jeugdboeken? Ik weet namelijk dat het helemaal niet waar is dat die in het voorjaar 2010 niet verschijnen! Ik geef er gal van op, intussen, dat men ze gemakshalve omdat er “toch veel te veel verschijnt” of “omdat dat toch geen hond interesseert”, dan maar gewoon – zelfs dat niet – niet vermeldt! Hoe kunnen ouders in ’s hemelsnaam nog iets anders vinden dan wat in grote stapels in boekhandels ligt te grijnzen? De Geronimo’s en de Griezelbussen allerhande? “Kinderen weten zelf wel wat ze leuk vinden!” Je mag daar van mij gerust mee komen aanzetten, maar – en ik zit alweer op mijn stokpaardje - danku Jelle Van Riet en Klaas Verplancke – “Laat de smaak van kinderen niet primeren, of toch niet altijd. Kinderen houden ook van fluoroze kauwgom en plastieken sandaaltjes.” Of laat je je kind de hele dag door frietjes eten en snoepen omdat kindlief dat graag doet? Natuurlijk doen kinderen dat graag! Maar smaak vergt tijd en oefening. Oefening en tijd die je je leeskind MOET gunnen, af en toe zelfs een beetje mag opdringen. Want iedereen lijkt ervan overtuigd dat lezen en schrijven belangrijke vaardigheden zijn. Neefje E. kijkt intussen gretig in “Wij gaan op Berenjacht” en “1,2,3, ik tel de dieren die ik zie”. Of hij daar al iets van snapt? Waarschijnlijk niet. Maar of ik hem dan maar laat? No way! Hij kan de kleurtjes en de vorm van het boek maar al gezien hebben! Net zoals zijn mama hem witlof en zelfs pompelmoes voorschotelt. (En nee, pompelmoes vindt ie goor, maar zolang hij niet proefde, kon hij dat toch niet weten?)

Zo zou ik heel graag ook mensen zien,  die hun kroost zo naar boeken zouden leren kijken. Er is niks mis mee om een boek helemaal niet goed te vinden. Maar ga me niet vertellen dat ouders, grootouders, en andere volwassenen geen boeken meer voor hun kroost uitzoeken. Nee toch? Zij mogen toch (ook) weten dat er nog andere boeken zijn naast Geronimo, Oomen en Van Loon? Ja toch?

Ik kan geen enkele reden bedenken waarom de Morgen zijn recensenten jeugdliteratuur wel lijkt op te sluiten. Wat ze doen met de Nederlandse, Spaanse, Angelsaksische literatuur en zelfs Non-fictie: korte overzichtelijke stukjes (dat moet ik hen nageven: het is een mooi vormgegeven bijlage, met frisse kleurtjes), kan perfect met de kinder- en jeugdboeken, en met Annemie Leysen en Patrick Jordens als gidsen door jeugdboekenland.

Ik weet het, ik zeur, ik zaag, ik ben zuur, maar ik kan niet anders.

Onderschat kinderen alstublieft niet. Ik heb het proefondervindelijk mogen vastellen met “Briek” (Gaudsaboos en Lesage) gisteren, en ik ging er zowaar van blinken.

Maar tussen al dat gezeur, zuur en gezaag gun ik u graag de ontdekking van Jaap Leest, een zeer puike Nederlandse site van journalist Jaap Friso. Redelijk jeugdboekengek, en op zijn site staat ALTIJD massa’s meer aan jeugdboeken dan in de krant. Maar ook hier geldt: alwéér het internet. Maar het siert toch, dat Friso minstens journalist is.