vrijdag 11 december 2009

Kleurt de jeugdliteratuur roze?

Dat is de vraag waarover ik me het voorbije jaar meermaals het hoofd brak. Om nu, halfweg december 2009 te bekennen: “ik weet niet of de jeugdliteratuur roze kleurt, maar Tjibbe Veldkamp heeft slechts ten dele gelijk wanneer hij stelt dat jongens niets meer zouden vinden wat hen op jonge leeftijd zou kunnen boeien.” Maar Tjibbe Veldkamp doet er wat mij betreft met zijn “Hotze de Botskabouter” wél iets aan. Hotze is een voorzichtig kaboutertje in een saai boek… Hotze zet zijn kabouterhelm op, stapt in zijn auto, doet zijn kaboutergordel om, en dan… dan gaat Hotze BOTSEN! Van cruciaal belang bij dit boek is de betrokkenheid van de jonge lezer. De auteur en illustratrice Noëlle Smit schreven dit verhaal vanuit het standpunt dat de lezer altijd gelijk heeft. Deze lezer moet de voorlezer er namelijk op wijzen dat Hotze gaat BOTSEN! En altijd klopt dit, ook al gelooft de voorlezer dat zelf nooit! Hilarisch, en het werkt. Zij het echter niet met grote groepen kinderen. Misschien kun je als voorlezer wel een klein beetje sturen bij wat je verwacht van de luisteraar. Maar dit boek is er volgens mij wél eentje dat kleine jongetjes van pakweg een jaar of drie zou kunnen boeien. Hotze botst op alle mogelijke dingen: een vork, een ooievaar, en op het laatst botst ie op een konijn. Beetje vreemd: in het filmpje dat Noëlle Smit van Veldkamp, over het boek, maakte, is het dochter Nani die naar het verhaal luistert en voor de interactie zorgt. Terwijl ie ook een zoontje heeft. Niet geheel een “terzijde” opmerking, denk ik.  Hier kun je het filmpje zien.
“Tim op de tegels”, ook van Tjibbe Veldkamp, gaat over Tim, Tim die wel héél letterlijk “op de tegels” blijft, omdat papa hem dat gevraagd heeft, ook als deze op een vrachtwagen worden geladen.

En zijn we nu rond, met onze boeken die kleine jongetjes kunnen aanspreken? Ik geloof het niet. Er is “over de blauwe, gele, rode, groene, oranje, paarse, roze, bruine, grijze, appelblauwzeegroene, witte en zwarte WOLF”, een boek van Meneer Zee en illustratrice Gitte Van Coillie, over een troep wolven in verschillende kleuren. Zij mogen bij elkaar op bezoek komen op verschillende kleuren bladzijden: de gele wolf kan zich zo verstoppen achter de blauwe wolf op de rode bladzijde, bijvoorbeeld. Maar… Berg je voor de zwarte wolf! Hij is van ver zichtbaar, en zéér kwaadaardig! Bovendien kan hij zich op geen enkele bladzijde verstoppen, terwijl de witte wolf zich WEL overal kan verstoppen. Maar hij is zeker ook geen doetje! Om bij de andere gekleurde bladzijden in dit boek te komen, stelt onze witte wolf voor om iedereen in zijn buik te verstoppen: Gele wolf, groene wolf, rode wolf, oranje wolf, … Tot hij de zwarte wolf tegenkomt, die zich afvraagt waar alle wolven naartoe zijn. De witte wolf bekent dan maar dat hij iedereen heeft opgevreten! “En ik mag niet meespelen?!” is de repliek van onze zwarte wolf. Dat zou hij nog wel eens zien! Maar de witte wolf heeft wel al heel veel wolven in zijn buik, met alle gevolgen van dien! Hij KNALT uit elkaar! Een boek boordevol actie en humor!

Er is “Woeste Willem” van Ingrid en Dieter Schubert, over een norse zeerover met pensioen. Ook over zeerovers hebben we “De kapitein en ik: Het dagboek van een zeerover” van Koen Van Biesen, over een klein jongetje met veel fantasie. Ook van Van Biesen: “Mama Lucinda” een boek over een wel heel bijzondere mama… Bovenstaande boeken kunnen zeker vanaf een jaar of vijf, zes, denk ik.

David Walliams heeft met “De jongen in de jurk”, anders dan de titel laat vermoeden ook een echt jongensboek uit: voetbal en zich graag verkleden, en kleding met glittertjes het einde vinden, gaan hier hand in hand, en wel met verve!

Ook in de rij horen “Elfenblauw”, en de “Na het licht”-trilogie thuis, denk ik. Al zijn deze boeken zeker voor oudere lezers bedoelt. Laten we zeggen een jaar of 11 voor “Elfenblauw en “Na het licht” en een tien-plusser voor “De jongen in de jurk”. We kunnen misschien opmerken dat in al deze boeken jongens de hoofdrol uitmaken. Is dit voldoende om ook jongens aan te spreken? Misschien wel. Maar in deze zijn de iets zachtere jongens als “Keizer” van Koos Meinderts, die volgens mij een jaar of acht moet zijn, de vierjarige kleuter “Robin” van Sjoerd Kuyper zeker ook niet weg te denken. Dit zijn beide jongetjes van vlees en bloed, en onze auteurs schrikken er ook niet voor terug om dat zo te houden. Kuyper laat zijn Robin gewoon huilen wanneer hij iets heel ergs vindt, zoals bv wanneer zijn papa en opa ruzie maken om God. “Keizer” is dan weer een echt denkertje, en samen met zijn vader bevolkt hij prachtige boeken!

“Elfenblauw” en “Na het licht” tonen aan dat je ook een jongen gevoelens kunt meegeven, en hem best wel eens een potje kunt laten janken, en dat dit toch geloofwaardig is. Zo ook bij “De jongen in de jurk”

Laten we eens even rondom kijken, wanneer tienjarigen pakweg de Wiet Waterlanders trillogie lezen: IEDEREEN jongen of meisje, leest die boeken graag. Ze zitten behoorlijk goed in elkaar, er zitten zowel prinsessen, gravinnen en dies meer in. Ik geloof dat HUMOR er voor veel jongens ook wel toe doet. “Sam Smith” is nog zo’n held die zowel jongens als meisjes aanspreekt.

Verder denk ik dat het verkeerd is om te gaan denken dat jongens een boek goed MOETEN vinden, willen ze blijven lezen. Je mag daar best een tijdje naar zoeken, lijkt me. Het ene kind is tenslotte het andere kind niet, en de ene volwassene is de andere volwassene ook niet. Maar ik geloof ook in deze materie in een “helpende volwassene” die zowel jongens als meisjes opweg kan zetten. Wat me veel erger stoort is de stempel die sommige reeksboeken meekrijgen als “Girls only!” Wat zou er mis zijn als een jongen die boeken fijn zou vinden? Niets toch? Maak die covers minder glitterig en je spreekt meteen een veel breder publiek aan, denk ik. Ik denk nu aan het nieuwe boek van Jacques Brooijmans “Het jaar van de veranderingen”, ook zo’n vermaledijt “Girls only”-boek, maar wel geschreven door een man. Als het Girls Only zou MOETEN zijn, zou onze uitgeverij er misschien beter aan doen om de hele reeks dan maar door vrouwen te laten schrijven, en daar WIL ik zelfs niet aan denken.

Het afbakenen van “jongensboeken” of “meisjesboeken” stoort me eigenlijk mateloos. Ook nu weer: Bied maar aan, zoveel mogelijk, stop er gerust een Geronimo-Stiltonboek tussen, maar zorg voor evenwicht. Ga NIET altijd mee in wat je kind als vanzelfsprekend op een stapel in de boekhandel kan terugvinden. Ga mee in zijn (lees)leven: wat doet jouw jongetje graag? Vind je jongen het moeilijk om doorheen een boek te komen? Ga dan gezellig samenzitten en lees voor? Opties zat. Vindt je jongen er niks aan? Ook goed. Maar zeg niet dat er geen “jongensboeken” zijn: het is een verdomde tweedeling, alweer, en ik ben er per definitie tegen. Ook nog gezien, laatst in de boekhandel: “Sprookjes voor meisjes”, met Assepoester, Sneeuwwitje en dergelijke” en “Sprookjes voor jongens” als “Het dappere kleermakertje” en “Klein Duimpje”. Met respectievelijk een roze kaft voor de meisjes en een blauwe voor de jongens. Terwijl de schreeuwlelijk ouderwetse illustraties wel feestelijk werden behouden, en men een dik sprookjesboek dat vroeger in zijn geheel in de handel was, gewoon in twee delen uitgaf. Kassa! En wel nu!



Genoemde titels:


  • Hotze de botskabouter / Tjibbe Veldkamp ; Noëlle Smit
  • Tim op de tegels / Tjibbe Velkdkamp ; Kees de Boer
  • Over de blauwe, gele, rode, groene, oranje, paarse, roze, bruine, grijze, appelblauwzeegroene, witte en zwarte WOLF”, een boek van Meneer Zee ; Gitte Van Coillie
  • Woeste Willem / Ingrid en Dieter Schubert
  • De kapitein en ik / Koen Van Biesen
  • Mama Lucinda / Koen Van Biesen
  • De jongen in de jurk / David Walliams ; Quentin Blake
  • Elfenblauw / Johan Vandevelde
  • Na het licht I, II, III / Johan Vandevelde
  • Robin / Sjoerd Kuyper
  • Keizer / Koos Meinderts
  • Wiet Waterlanders / Mark Tijsmans
  • Sam Smith / Jonas Boets
  • Het jaar van de veranderingen / Jacques Brooijmans
  • Betoverende sprookjes voor meisjes
  • Betoverende sprookjes voor jongens